De lange doodsreutel van het brugpensioen
Eind dit jaar springt de leeftijd voor brugpensioen in principe van 56 naar 59 jaar. Hoelang nog blijft het brugpensioen voor werkgevers én vakbonden het smeermiddel voor herstructureringen?
Iedereen heeft de mond vol over langer werken. Maar bij elke grote herstructurering, zoals nu bij Carrefour, loert onvermijdelijk het brugpensioen om de hoek. En dat kan dit jaar nog altijd vanaf de leeftijd van 56 jaar.
Wie met brugpensioen gaat, krijgt een werkloosheidsuitkering van de overheid, met daarbovenop een toeslag van de werkgever. Vandaar dat het brugpensioen vandaag officieel het Stelsel van Werkloosheid met een bedrijfstoeslag heet. De leeftijd ligt weliswaar al hoger dan die waarop de werknemers van Ford in 2014 nog met brugpensioen konden – 52 jaar – maar de doodsreutel duurt al erg lang.
De regering heeft nochtans duidelijk voor ogen waar ze met het SWT bij een herstructurering naartoe wil: de leeftijd gaat geleidelijk omhoog naar 60 jaar in 2020.
Uitzonderingen mogelijk
Als het van Michel en zijn ministers zou afhangen, zou de leeftijd bij herstructureringen dit jaar al op 58 jaar liggen en volgend jaar stijgen naar 59 jaar. Maar tegelijk duwt de regering het gaspedaal niet in en geeft ze de werkgevers en werknemers nog altijd de mogelijkheid om daarvan in een gezamenlijk akkoord af te wijken.
Ook in het laatste grote sociaal akkoord, dat geldt voor 2017 en 2018, gebeurde dat al. Normaal springt de leeftijd volgend jaar in één klap naar 59 jaar, tenzij de sociale partners er bij de onderhandelingen eind dit jaar over een nieuw interprofessioneel akkoord weer anders over beslissen. Een akkoord dat op zijn beurt het fiat moet krijgen van de regering, wat traditioneel tot het nodige getouwtrek leidt.
‘Het valt natuurlijk moeilijk te voorspellen, maar de mogelijkheid dat de leeftijd volgend jaar springt naar 59 jaar, kan sommige bedrijven die een herstructurering plannen, inspireren om wat haast te maken’, zegt Jan Vanthournhout, legal manager bij SD Worx. ‘Dat hebben we twee jaar geleden ook gezien, toen de leeftijd voor brugpensioen nog op 55 jaar lag.’
‘Brugpensioen is en blijft een gemakkelijkheidsoplossing’, vindt de Gentse professor Arbeidsrecht Marc De Vos. ‘Een bedrijf koopt daar sociale vrede en snelheid mee. Maar doe het voor een keer niet. Als het nu niet kan met deze conjunctuur, dan kan het nooit. Gebruik het geld voor brugpensi
oen om mensen naar een nieuwe baan te leiden. Mensen zijn gediend met een nieuwe toekomst.’ Reddingsboei
Of ook Carrefour bij zijn herstructurering naar het brugpensioen grijpt, is nog onduidelijk. ‘We moeten eerst kijken hoeveel mensen we aan boord kunnen houden’, zegt Jan De Weghe, federaal secretaris van de socialistische bediendenbond BBTK. Maar de kans is wel groot dat het vroeg of laat op tafel komt. ‘Bij elke aankondiging van een herstructurering is de eerste vraag die je krijgt of brugpensioen mogelijk zal zijn’, zegt De Weghe. ‘Dat is een reddingsboei voor heel veel mensen. Die jobs, jobs, jobs waarover de regering het heeft, zijn vaak tweederangsjobs.’
De vakbonden verwijten de regering dat ze met haar flexijobs en de versoepeling van studentenarbeid en nachtwerk zelf de volwaardige banen in de retailsector onderuithaalt. Met die boodschap trokken ze vrijdagavond naar het overleg met de regering, waardoor dat nogal grimmig verliep.
Uiteindelijk blijft het de minister van Werk die beslist of het brugpensioen wordt toegekend. ‘Voorbarig’, klinkt het bij minister van Werk Kris Peeters (CD&V). Minister van Financiën Johan Van Overtveldt (NVA) is meer uitgesproken. ‘Brugpensioen is niet het antwoord, er zijn 300.000 vacatures.’
‘De mogelijkheid dat de leeftijd volgend jaar springt naar 59 jaar, kan sommige bedrijven inspireren om wat haast te maken met een herstructurering’ JAN VANTHOURNHOUT Legal manager SD Worx